Beste lezer,
Met de nodige inzet ambtelijk en bestuurlijk is het gelukt u een sluitende begroting voor 2025 kunnen presenteren. Dat was niet gemakkelijk, gezien de financiële positie van Lisse en de opdracht die de raad bij de kadernota heeft meegegeven. Voor een sluitende begroting zijn dan ook flinke maatregelen nodig. Waarbij we hebben gekeken waar besparingen mogelijk zijn en welke werkzaamheden we later in de tijd kunnen uitvoeren. Hierbij hebben we ‘het verdelen van de pijn over de hele maatschappij’ als uitgangspunt genomen.
Uiteraard zetten we nog steeds in op het uitvoeren van het raadsakkoord waarvoor al de nodige opdrachten zijn gestart. Denk aan de verdere uitwerking en implementatie van het plan van aanpak dorpshart of het accommodatiebeleid waarover in 2024 een besluit wordt genomen. Verder gaan we in 2025 vanuit het mobiliteitsplan aan de slag met infrastructurele maatregelen zoals herinrichting van wegen, maar ook op campagnes bijvoorbeeld rond scholen. En we realiseren extra camperplaatsen voor het bollenseizoen 2025, waar mogelijk ook camperplaatsen die jaarrond toegankelijk zijn.
Koersvast
Koers houden, scherp aan de wind zeilen en dat alles in zwaar weer is tekenend voor het financiële beleid van de afgelopen jaren. Door constant kritisch te zijn op de eigen uitgaven, te zoeken naar besparingsmogelijkheden en het kostendekkend maken en houden van bijvoorbeeld afvalstoffenheffing en rioolafvoerrecht is het de afgelopen jaren gelukt financieel koersvast te zijn. En dat leek de goede kant op te gaan. Ondanks dat het realiseren van structurele besparingen van materieel belang veel inzet vraagt aan de voorkant en tijd nodig heeft qua besluitvorming en realisatie. Naast dat het bovendien voor onze inwoners, instellingen en ondernemers vaak best veel betekent.
Tegen de grenzen van mogelijkheden aan
Maar we lopen nu tegen de grenzen van onze mogelijkheden aan. Voor 2025 is de begroting sluitend, voor de jaren 2026 en verder lukt dit nog niet. Lisse is niet de enige gemeente die hier tegenaan loopt. Veel meer gemeenten komen vanaf 2026 in financieel zwaar weer. Lisse is voor ongeveer 60% van haar inkomsten afhankelijk van het gemeentefonds, de geldstroom van het Rijk richting gemeenten. Door het invoeren van een nieuwe verdeelsystematiek en door minder geld beschikbaar te stellen worden veel gemeenten hard geraakt. Omdat Lisse weinig vet op de botten heeft, raakt het ons extra. De lobby van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) richting het Rijk om te kijken naar oplossingen, heeft tot nu toe weinig effect. Rijk en gemeenten hebben nu afgesproken om zichtbaar te maken wat het effect is van de disbalans tussen ‘taken en knaken’ op de ambities van het kabinet, de ambities van gemeenten en de consequenties voor inwoners. Het gaat daarbij om de thema’s: bestaanszekerheid, versterking van het voorzieningenniveau in alle gemeenten, aandacht voor de relatie tussen het zorgdomein en het sociaal domein en het versnellen van de woningbouwopgave. Wij volgen dit nauwlettend en blijven zelf doorgaan met het onder de aandacht brengen van de knelpunten via alle lobby kansen die we zien.
Voor Lisse betekent het rijksbeleid vanaf 2026 een structureel tekort. In 2026 gaat het om een bedrag van 2,8 miljoen euro, teruglopend naar 2,1 miljoen euro in 2028. Daarmee komt de uitvoering van onze wettelijke taken en grote maatschappelijke opgaven verder onder druk te staan. Denk daarbij aan de energietransitie, de uitgaven voor jeugdzorg of algemene zorgvoorzieningen. Om al deze opgaven op een goede manier uit te voeren is het noodzakelijk dat de taken en het beschikbare geld vanuit het Rijk in evenwicht zijn. Dat is nu niet het geval.
Pijnlijke keuzes nodig voor 2026 en verder
De financiële situatie dwingt ons tot het maken van pijnlijke keuzes. Daarover gaan we dit najaar met de raad in gesprek. Eén van de maatregelen die het college nu al voorstelt is een extra verhoging van de ozb vanaf 2025.
Daarmee voorkomen we dat we eenmalig moeten interen op onze spaarpot en vangen we de komende jaren alvast wat van de pijn op door de lagere structurele uitkering van het Rijk aan gemeenten. We zijn ons ervan bewust dat dit geen populaire maatregel is, maar vinden het noodzakelijk dit voorstel toch te doen. Met een lichte verhoging zorgen we voor een beter meerjarenperspectief.
Daarnaast kijken we samen met andere gemeenten kritisch naar onze gemeenschappelijke regelingen (samenwerkingsverbanden van meerdere gemeenten voor de uitvoering van taken). Ook hier zijn pijnlijke keuzes voor de toekomst niet te vermijden.
Samen aan de lat
Steeds vaker gaan we met inwoners, verenigingen en organisaties in gesprek over hun zelfredzaamheid, hun eigen kracht. Wat kunnen mensen zelf en met elkaar oppakken? En waarvoor kun je dan wel bij de gemeente terecht? We moeten het met elkaar doen en staan samen aan de lat. Daarmee proberen we de pijn te verdelen. Door de besparingen zoveel mogelijk op een gelijkmatige manier te verdelen over de beleidsterreinen en doelgroepen.
Met de uitvoering van onze taken en de ambities uit het raadsakkoord gaan we aan de slag voor een gemeente waar we fijn kunnen wonen, werken en recreëren. Anders gezegd, met elkaar zorgen we ervoor dat iedereen mee kan doen.
Namens het college,
Kees van der Zwet, wethouder financiën